Hoofdstuk 7, samenvatting cultuur
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 1
Les 7
• De romeinse goden waren een soort geesten die numina werden genoemd.
• De grieken hadden goden die eruit zagen als mensen, maar ze waren ontstervelijk en hadden meer macht dan mensen.
• Jupiter (Zeus) was de oppergod
• Juno (Hera) was de godin van de geboorte en het huwelijk, getrouwd met Jupiter
• Venus (Aphrodite) was de godin van de liefde
• Minerva (Pallas Athena) was de godin van de kennis
• Mars (Ares) was de god van de oorlog
• Diana (Artemis) was de godin van de jacht en de zus van Apollo
• Neptunus (Poseidon) was de god van de zee.
• Moeder Aarde gaf de mensen en dieren voedsel van wat er op de aarde groeit, Jupiter zorgde voor het licht en de regen dat dit voedsel nodig had om te groeien, Neptunus regelde het water, Saturnus lette op het zaad in de akkers en Mars liet de zaadjes groeien en hij beschermde tegen vijanden.
• De Lares en Penates waren beschermgeesten of huisgoden.
• Janus hielp babyÂÂ’s bij de overgang naar de nieuwe wereld, hij was de beschermer van de poorten en deuren en van elk nieuw begin. Hij werd afgebeeld met twee gezichten, een kijkt naar de toekomst en de ander naar het verleden.
• Vesta was de godin van het haardvuur, zij zorgde voor de warmte en de gezelligheid in huis.
• Verhalen over goden worden mythen genoemd
• Je kon goden gunstig stemmen met een offer:
- Eerst werden de lever, de longen en het hart gecontroleerd worden
- Dan werd het dier geslacht
- Het bloed werd over de organen gegooid en werd verbrand
- De resten werden verdeeld over het volk
• Je kon de goden ook gunstig stemmen met een gebed, dat sprak je hardop uit.
• Romeinen waren bijgelovig