Hoofdstuk 32, tekst B: Hadrianus en de architect Appolodorus
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 2
1. Hadrianus had gedurende het gehele keizerschap de vrede. Hij ging in een kring rond het Romeinse rijk en hij bereisde zo snel zoveel grond als geen enkele van de keizers. Hij was zo begerig naar verblijf in het buitenland dat, zodra hij wat had gelezen over plaatsen van de wereld, door er aanwezig te zijn, leerde kennen. In bijna alle steden heeft hij iets gebouwd. Hadrianus echter haatte de architect Appolodorus, die gebouwen voor Trajanus had gebouwd, vanwege deze rede.
8. Toen Appolodorus Trajanus raadpleegde over de bouwtekening van één of ander gebouw, mengde Hadrianus zich uit eigen beweging in dit gesprek. Toen zei die architect: "Ga weg en teken een pompoen. Want jij weet nooit iets van deze zaken."
12. Hadrianus, nadat hij tot keizer gemaakt is geworden, zond een bouwtekening van de tempel van Venus een Rome en een brief. In deze brief vroeg hij hem: "Herinner jij je niet dat je aan mij hebt bevolen dat ik een pompoen tekende. Ik herinner mij dit wel! Bekijk deze tekening. Jij zult zeker met mij oordelen, dat ik zonder architect schitterend werk kan bouwen." Appolodorus antwoordde dat de tempel op een hogere plaats had moeten worden gebouwd, om meer opvallend bij het forum te zijn. Bovendien voegde hij toe dat de beelden van de godinnen te hoog waren. "Want," zei hij "als de godinnen willen opstaan en weggaan, kunnen ze dat niet. Nadat dit antwoord was gegeven, was Hadrianus boos en beledigd, omdat hij de fout niet herstellen kon. Eerst verbande hij Appolodorus en daarna doodde hij hem zelfs. Want zozeer was hij jaloers op andere architecten en kunstenaars.