Exercitium 33: oef. 38
1. Een of andere man daalde af van Jeruzalem naar Jericho en stiet op rovers.
2. Hasdrubal, aanvoerder der Carthagers, is door een of andere inwoner van Spanje gedood.
3. 's Nachts zijn de soldaten, die de poorten en muren bewaakten, door een of ander geschreeuw hevig verschrikt.
4. Hoewel allen met de grootste dapperheid hadden gestreden en niemand van zijn plaats was geweken, zijn ze toch verslagen en gedood of verjaagd.
5. Als je iemand gezien zult hebben, meld het aan de consul.
6. Na de dood van zijn vrouw volhardde hij in zijn droefheid noch kon iemand hem troost bieden.
7. Jij placht mij over iedere zaak te raadplegen. Waarom heb je nu zelf een besluit genomen over deze moeilijke zaak?
8. Tenzij we met een of andere list deze stad zullen kunnen veroveren, zal het beter zijn niet langer hier te blijven; met geweld zullen we haar immers nooit veroveren.
9. We hebben allemaal een of ander gebrek; niemand van ons is zonder enige fout.
10. Als jullie enige wapens hebben, geeft ze aan ons of komt zelf en verdedigt ons.
11. Een ieder van jullie zegt hetzelfde als de consul.
12. Wie heeft jou dit gegeven? Een of andere man, die ik tevoren nooit had gezien, heeft mij dit overgegeven.
13. Als jullie iemand iets beloofd zullen hebben, zullen jullie je belofte moeten houden.
14. Wanneer de staat een of ander ernstig kwaad overkomt, plegen de Romeinen een dictator te benoemen.
15. Niemand heeft hem ooit iets toevertrouwd; want niemand vertrouwt hem.