Exercitium 36: oef. 45
1. Wij hebben hen, hoewel zij zich met het grootste geweld verzetten, toch overwonnen.
2. Nadat Cicero tot consul was verkozen, heeft hij de staat goed bestuurd en verdedigd.
3. Terwijl zij de buit verdeelden, raakten de rovers onderling slaags.
4. Toen ik dit zag, kon ik mijn tranen niet langer houden.
5. Wie van jullie zal weigeren deze bijzonder arme mensen, die reeds vele jaren in de grootste armoede leven, bij te staan?
6. Ongetwijfeld zal wat ik van plan ben te zeggen, nutteloos zijn, maar toch ga ik het zeggen.
7. Hij wilde met mij naar Rome gaan. Maar hij kon zijn zieke moeder niet achterlaten.
8. De door de aanvoerder gestuurde spionnen keerden de volgende dag terug, maar berichtten ons niets nuttigs.
9. Zonder iets te zien dwaalden wij door de donkere nacht.
10. Ik ging een brief schrijven, maar juist op dat moment kwam er een of andere vrind aan.
11. LAP voerde, toen hij als overwinnaar naar het Capitool opklom, koning P zelf en diens kinderen geboeid voor zijn wagen uit.
12. De priester, die ons tempels zou laten zien, is door iemand teruggeroepen en niet meer teruggekomen.
13. Zonder iets te antwoorden en trillend van angst stond de man voor zijn rechter. Deze stuurde hem, nadat hij hem tevergeefs ondervroeg, vervolgens weg.
14. De burgers van de hele stad, die van alle kanten toesnelden, juichten de consul toe (vooruit) bij zijn aankomst.
15. Sommigen van ons zijn, toen zij het kamp van de vijanden verkenden (/probeerden te verkennen), door hen gedood.
16. Ik ben van plan enige (woorden) toe te voegen aan deze woorden van hem.
17. Omdat we waren gewaarschuwd door de daar wonende herders, zijn we niet langer op die plaats gebleven, maar hebben wij ons kamp aan de overkant van de rivier gevestigd.
18. De vijanden belegeren jullie van beide kanten. Wat gaan jullie doen?
19. Het was niet moeilijk een hinderlaag te leggen voor de troepen van de vijanden, die zonder bevel in het dal waren achtergelaten.
20. Zonder te vrezen waren zij de gevaren tegemoetgegaan.
21. Voor de bevelhebber wordt, omdat hij het van de senaat vraagt, tot een triomftocht besloten. Of door de senaat wordt voor de bevelhebber die erom vraagt besloten tot een t.
22. Wij hebben de rovers niet kunnen vinden, omdat zij zich schuilhielden in de bossen.
23. Hopend op een overwinning begonnen zij de strijd.