Vergilius: Aeneis 1 , 257-296
De voorspelling van Jupiter
'Spaar je vrees, godin van Cythera: het lot van jouw nakomelingen blijft onveranderlijk voor jou; jij zal de stad en de beloofde muren van Lavinium zien en jij zal de grootmoedige Aeneas hoog naar de sterren van de hemel brengen; en mijn gedachte heeft mij niet veranderd. Deze zal voor jou een enorme oorlog voeren in Italië, (ik zal immers voorspellen, omdat deze zorg jou kwelt, zal ik de geheimen van het lot verder onthullen) hij zal woeste volkeren vernietigen en hij zal zeden en stadsmuren plaatsen totdat de derde zomer hem zal zien regeren in Latium en drie winters zullen voorbijgaan, nadat de Rutuliërs onderworpen zijn. Maar de jongen Ascanius, aan wie nu de bijnaam Julus gegeven wordt (hij was Ilus, toen de Trojanen heersten) zal dertig lange jaren met het voorbijgaan van de lange maanden als heerser doorlopen en hij zal de heerschapij van de Lavinische zetel overbrengen en hij zal Alba Longa met veel kracht bouwen. Hier zal steeds driemaal honderd hele jaren worden geheersd door het volk van Hector, totdat een koninklijke priesteres, zwanger van Mars, Rhea Silvia tweelingkinderen zal baren. Romulus, blij door de bruinachtige pels van de wolvinnenvoedster, zal de aan Mars gewijdde stadsmuren stichten en hij zal de inwoners Romeinen noemen naar zijn naam. Hij zal een volk onder zijn hoede krijgen. Voor hen plaats ik noch grenzen van macht, noch grenzen van tijd; Ik heb hen een rijk zonder grens gegeven. Zelfs de moeilijke Juno, die de zee en de hemel nu kwelt uit vrees voor de aarde, de betere plannen komen terug en zullen samen met mij de Romeinen begunstigen, heersers over de wereld en in toga gekleed volk.' Zo beviel het. Er zal een tijd komen met het voorbijglijden van de jaren, toen het huis van Assaracus in Phtia en het beroemde Mycene met slavernij onderdrukt was en jij zal heersen over het overwonnen Argos. Er zou een Trojaanse Caesar geboren worden uit een roemrijk geslacht, die zijn rijk met de oceaan begrensd en zijn roem tot aan de sterren zal reiken, Julius van de grote naam Julo afstammend. Deze zal jij, bepakt met wapens uit het oosten in de hemel ontvangen. Ook zal hij aangeroepen worden met gebeden, na het eindigen van de oorlog zal het rustig worden. De eerbiedwaardige Vesta en oorlog, Quirinus met zijn broer Remus gaven het recht; de poorten zullen gesloten worden met ijzer en stevige grendels. Met gewetenloze waanzin, zittend op haar woeste wapens, geboeid met honderd bronzen knopen, woest brullend met bebloede muil.