Hoofdstuk 31, tekst A - taaloefening
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 2
A
1. de keizer moest eerst worden geraadpleegd.
2. ik oordeel dat de magistraten moeten worden weggestuurd.
3. zo'n besluit moet nier door ons worden goedgekeurd
4. vriendschappen moeten altijd worden verzorgd.
5. vele plaatsen moeten door mij worden bezocht
6. Welke straf zal door hem verdragen moeten worden.
B
1. Dit alles moest door ons worden gedaan.
2. Die wijze mannen moeten worden geraadpleegd.
3. Voor (die) kleine jongens moet gezorgd worden
4. De brief zal door Trajanus moeten worden geschreven.
5. Door de Romeinse soldaten moest zelfs kruid genomen worden
6. Jij moet deze mooie kinderen kiezen.
7. Waarom vinden de keizers dat de goden moesten worden vereerd.
8. Jullie moeten uit Rome vertrekken.
9. Catus zei altijd in de senaat dat Carthago moest worden vernietigd.
10. Jullie is het nooit toegestaan om de vijanden te voordeel te zijn
11. De soldaten moeten het legerkamp dapper verdedigen.
12. De poorten van de stad moesten gesloten worden, zodat de vijanden niet binnen konden komen.