Exercitium 27: xxx
1. De paarden zijn door het vreselijke geschreeuw van de vijanden erg verschrikt.
2. Waarom is ons niets gezegd over de dood van zijn/die vader?
3. Ofschoon je reeds vaak door mij bent gewaarschuwd, pas je toch niet op voor de zeer slechte man.
4. Met zeer grote snelheid zijn de legioenen door de Romeinse bevelhebber door de bergen naar het gebied van de vijanden geleid.
5. Door Cicero zijn drie boeken over wetten geschreven.
6. Hun lichamen waren bedenkt met stof.
7. Aan de bondgenoten zijn door de Romeinse senaat betere wapens en snellere schepen verschaft.
8. Ik was van plan je het geld dat aan jou al lang door mij verschuldigd was gisteren te geven, maar ik kon je niet vinden. Kijk, nu geef ik het je.
9. Waarom hebben jullie ons niet beter beschermd?
10. In het 10e jaar na de oorlog is Odysseus door de Phaiaken naar zijn vaderland teruggebracht.
11. Zijn redevoering is door mij niet begrepen.
12. Door hen is geweld aangewend.