Exercitium 26: xxx
1. Waarom heb je gezwegen en niet alles aan de rechter verteld? Je stond zwijgend voor hem.
2. Pas op het 10e uur hebben wij het vreselijk moeilijke werk voltooid.
3. Wij beëindigden, plachten te beëindigen ons werk op het 6e uur.
4. Zij nodigden mij vaak uit voor de maaltijd.
5. Ook mij hebben ze uitgenodigd, maar ik kon niet aanwezig zijn.
6. De vijanden probeerden onze colonne te omsingelen, maar zijn tegengehouden door onze ruiterij.
7. De soldaten renden door de straten en doodden velen.
8. Wij hebben de dood van de puike dienaar, die ons hondstrouw placht te dienen, zeer betreurd.
9. ofschoon de boeren volhardend werkten, hebben zij toch hun werk niet kunnen beëindigen voor het begin van de winter.
10. De aanvoerder probeerde al zijn mannen bijeen te roepen; zij gehoorzaamden echter niet.
11. De vijanden, die minder ruiters en daarom geen hoop op overwinning hadden, probeerden de oorlog te rekken.
12. Nadat de consul de zeer droevige zaak had gehoord, haastte hij zich terstond naar huis en hield daar met zijn vrienden een vergadering.
13. A. de G. leidde, nadat hij de koning van de Perzen had overwonnen, sneller dan de verwachting van allen > dan allen hadden verwacht zijn leger door Azië totaan India.
14. Ik heb 20 jaar in Corinthe gewoond en daar heb ik nog zeer veel vrienden.
15. Voor de vermoeide mannen was de tocht van de zee naar het meer naar binnenste deel van het land te ver.
16. Ofschoon ik je heel vaak heb gewaarschuwd, heb je me nooit gehoorzaamd; nu huil je, maar ik zal je niet meer kunnen bijstaan.
17. De wrede daden van onze soldaten, die jullie stad hebben verwoest en jullie burgers gekweld en gedood dan wel afgevoerd, behagen ons allen allerminst. Wij zullen hen zo streng mogelijk straffen.
18. Hoe hebben jullie in zo korte tijd de verwoeste stad kunnen herbouwen?
19. Door eendracht van de burgers heeft onze staat gedurende vele jaren gebloeid.
20. Wij zijn niet aanwezig geweest bij de gladiatorenspelen. Daarom kunnen we je niets zeggen over het aantal toeschouwers.
21. De rover, die door de rechter werd ondervraagd, zei niets en weigerde standvastig te antwoorden.
22. je hebt me veel geschreven, maar ik heb het niet begrepen.
23. Augustus heeft de Romeinse staat zeer gebaat. Daarom hebben de burgers overal in het land tempels te zijner herinnering gebouwd.
24. De nieuwe consuls waren het oneens over vele zaken.