Exercitium 23: xxx
1. Jouw daden zijn uiterst ongelijk aan je woorden, vrind.
2. Aan Jupiter, de beste, de grootste, wordt door Romeinse senaat en volk een enorme tempel gewijd.
3. Het kleinste kamp zal op de top van de heuvel worden geplaatst, het grootste op de vlakte.
4. Beste vriend, waarom ben jij , die zeer grote rijkdommen hebt, niet tevreden?
5. De volgende dag zullen wij onze zeer trouwe vrienden hulp brengen; zij hebben geen hoop meer op een overwinning.
6. De zon gaat onder en de nacht nadert reeds. Het zal veel beter zijn hier te blijven en de dag af te wachten. Wij zullen bij het eerste licht verdergaan.
7. Lucius is 11 jaar ouder dan ik, sextus 5 jaar jonger.
8. De romeinen zullen spoedig meer soldaten verzamelen en de Germanen overwinnen.
9. Vele passages in de gedichten van de dichter Horatius zijn uiterst moeilijk.
10. Jullie zullen nergens een betere aanvoerder vinden dan hij.
11. Zij leven reeds gedurende zeer vele jaren in de grootste armoede.
12. Antonius, mijn vriend, lijkt ontzettend veel op zijn moeder.
13. Spoedig zullen we je een veel sneller en groter schip sturen.
14. Hij probeert op te klimmen tot de hoogste ere-ambten.
15. Aan het einde van het jaar zijn in Rome nieuwe consuls gekozen.
16. De volgende dag wijken de vijanden van hun hoger gelegen plaats en dalen af naar de vlakte.
17. De vijand was in aantal soldaten,ruiters en schepen zeer de mindere van ons.
18. Op de top van de berg was een goed versterkte burcht, de voet van de berg werd aan de rechterkant door een vlakte, aan de linkerkant door een rivier omgeven.
19. Volgende lente zullen wij Rome en zijn stokoude monumenten bezoeken.
20. Door de zeer hoge Jupiter worden allen, en wordt alles, bestuurd.
21. De kinderen zijn erg bang en proberen zich binnenin (in het meer naar binnen deel van) het huis te verstoppen.
22. Wij kunnen niet over het laagste deel van de vlakte gaan; het is te gevaarlijk.