Caput 5 : De plannen van vader.
Categorie: Boek > Studium > Boek 2
Vader: << Ik verheug er mij over dat ik jullie allen vandaag een goede zaak kan melden. Want ik,
die zovele trouwe dienaren heb, ben van plan de betrouwbaarste van al dezen de vrijheid ten geschenke te geven. Aan jou, Celer, geef ik het geschenk van de vrijheid. Dit is het loon voor je werk en voor je moed, omdat niemand in onze familie trouwer is dan gij.>>
Valeria: << O, wat een zeer gelukkige aankondiging ! Het doet mij zeer genoegen, mijn Celer, dat je tenslotte vrij bent. Ik word door grote vreugde overladen. O vader, die vrijgevigheid van je
brengt zoveel genoegen aan ons allen ! >> Celer: << Ik weet nu dat niemand zo gelukkig kan zijn als ik, beste meester.Gij bezorgt mij veel meer dan vreugde. Niets kan mij echter dierbaarder zijn dan mijn vrijheid. Ik hou reeds mijn ganse leven van de vrijheid zo ongeveer als van de dierbaarste vriend en ik wens reeds vele jaren dat zeer zoet geschenk. Het is mij liever dan vrienden, zoeter dan het licht van mijn ogen, aangenamer dan het leven, meer noodzakelijk dan voedsel. Daarom moet ik je bedanken, meester. Maar hoewel ik nu een vrij man ben, twijfel ik niet je toch te gehoorzamen. Beveel wat je wil: Ik doe alles voor jou. >> Vader: << Jou, Celer, wil ik niet meer bevelen. Als het je daarentegen bevalt, kom dan met mijn vader en mijn kinderen terug naar Rome. Want het stadsleven en een zeer lange reis, zeer moeilijk voor jonge mensen, vraagt voor hen een trouwe vriend en begeleider.>> Quintus: << O, zeg mij, vader ! Aan wie van ons is het toegelaten met grootvader en met Celer naar Rome te gaan ? Ik ook of niet ...? Vader: << Zwijg, zoon. Gij hebt een snellere dan een voorzichtige tong. Bedwing ze liever bij gesprekken van voorzichtige mensen. Ik vraag je intussentijd, Celer. Wil je de beschermer van de onverstandige Quintus en van de meer verstandige Valeria zijn ? >> Celer: << Ik wil ten zeerste, meester; want alles wat je wil, ik...>> Valeria: << Ach ! Wat is dit voor een omwenteling ? Als iemand naar Rome wil gaan, sta ik het aan allen toe, maar ik wil liever niet naar Rome gezonden worden ! >> Moeder: << Valeria, wat hoor ik ? Wat is dat voor een verhaal ? >> Quintus: << Haha ! Indien mijn geheugen mij niet in de steek laat, wil onze Valeria haar Publius niet achterlaten. Haar liefde voor deze zeer mooie jongeling is zeer groot. Hercule, zij is het meest verstandige meisje, hahaha ! >> Valeria: << Zwijg ! Waarom is het voor jou altijd noodzakelijk mij te plagen, zeer lastige ? Het slechte verblijdt je altijd. >> Grootvader: << Maar Valeria, mijn allerzoetste, waarom ween je ?,ween liever niet, ik verzoek je. Het is voor je zeker beter met ons naar Rome te gaan. Vader beveelt je namelijk te gaan, want daar worden vele en betere leraren gevonden. Er zijn in Rome heel veel zeer geleerde Grieken, die de jonge mensen veel en beter les geven dan in deze provincie. Bovendien, geloof me, Rome is een roemrijke stad en bevalt aan allen. Want in Rome is alles beter en beroemder, alles is heel wat mooier en rijker. Keulen is een schitterende stad, dat hoor ik tenminste. Maar ik weet ook zeker dat Rome meer aanzien heeft. Wordt er bij Virgilius, onze beroemste dichter, over haar niet gezegd, dat de hoofdstad zich tussen zoveel andere steden verheft, als de grootste boom tussen de kleinsten ? O Rome, de dichters spreken U terecht en verdiend aan als het licht van de wereld en als de mooiste moeder van de aarde. Want alle andere steden zijn kleiner dan U, minder beroemd dan U. Welke stad kan beter en wijzer over zo verschillende volkeren regeren ? O meest beschaafde en rechtvaardige Rome, gij regeert over allen en ook over alles. Ah...>>