De ossen en de assen
Ossen trokken een wagen: toen de as piepte, zeiden zij, hun kop omdraaiend, tegen hem (= de as): 'Hé, jij daar, waarom piep jij, terwijl wij de hele last dragen?'
Zo ook, terwijl sommigen zwoegen, doen sommigen alsof ze zich zelf inspannen.