Hoofdstuk 35, opdrachten 3 t/m 6
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 3
Opdracht 3

Hoewel Protagoras een grote last droeg, stapte hij met gemak voort. Hoewel hij zich haastte het hout bij iemand te bezorgen, bleef hij even staan, toen/omdat Democritus hem aansprak. Nadat Democritus hem had gevraagd, van wie hij geleerd had het hout zo verstandig/ op zo slimme manier bij elkaar te binden, antwoordde hij: Dit weet/kan ik, ook al heeft niemand het mij geleerd. Toen (zei) Democritus: Hoewel je door niemand bent onderwezen, heb je toch een bijzonder verstand. Kom met mij mee om op een andere manier in je levensonderhoud te voorzien/ de kost te verdienen

1 quamquam - concessief
quamvis - concessief
2 cum - temporeel/causaal
3 postquam - temporeel
4 etiamsi - concessief
5 cum - concessief
ut - finaal (doelaangevend)

Opdracht 4

1 Men zegt dat Socrates wijs was. fertur
2 Aeneas heeft veel leed verdragen. tulit
3 Waarheen zul je deze last(en) dragen? feres
4 Ik zou zo'n zware last niet kunnen verdragen. ferrem
5 Men zegt dat Protagoras en Democritus zeer scherpzinnig waren. feruntur

~de betekenis van de zinnen blijft gelijk~

Opdracht 5

feres jij zult dragen
fers jij draagt
fertis jullie dragen
ferre dragen
ferte draag
fer draag

fero ik draag / wild (dat/abl m/o ev)
ferri gedragen w. / ijzer (gen ev)
feras je moet dragen / wild (acc v mv)

feri wild (gen m/o ev, nom m mv)
fere bijna
ferro ijzer (dat/abl ev)
fera wild (nom/abl v ev, nom/acc o mv)

Opdracht 6

Eigenschap:passief

feror - ik word gedragen
ferri - gedragen worden
ferantur - laten ze gedragen worden (coni. praes pass.)
ferretur - hij/zij/het zou gedragen worden (coni. ipf praes)
fertur - hij/zij/het wordt gedragen
fereris - jij zult gedragen worden
ferimini - jullie worden gedragen