19. Een klucht
Categorie: Boek > Examenboeken > 2010: Cicero
Konden zij meer op tijd tevoorschijn springen dan toen Licinius was gekomen, toen hij het doosje van vergif in zijn hand vasthield? Toen deze al was overgegeven aan de slaven, als de vrienden van de vrouw plotseling waren ontsnapt uit het badhuis en zij hadden Licinius gegrepen, riep hij bescherming van de mensen in en ontkende hij hardnekkig dat dat doosje door hem overhandigd was.
Op welke manier hadden zij hem moeten weerleggen? Hadden zij moeten zeggen dat zij het hadden gezien?
Eerst zouden zij de aanklacht van de grootste misdaad op zichzelf laden; vervolgens zouden ze zeggen dat zij dit gezien hadden wat ze niet hadden kunnen zien op de plaats waar ze opgesteld waren. Ze toonden zich dus precies op tijd toen Licinius was gekomen, toen hij het doosje in zijn hand hield, toen hij zijn hand uitstrekte, toen hij het gif overhandigde.
Het is al het einde van de klucht, niet van het toneelstuk; wanneer het slot hierin niet gevonden wordt, vlucht iemand uit de handen, vervolgens klinken de kleppers, wordt het doek opgehaald.