11. Vroeger
En zeker vele zowel in onze tijd als in de tijd van onze vaders en voorouders, rechters, waren er zeer aanzienlijke mannen en zeer beroemde burgers en toen de begeertes van de jeugd volwassen waren geworden, kwamen de buitengewone deugden tevoorschijn.
Het is mij geoorloofd niemand uit deze te noemen; jullie moeten terugdenken met jullie. Ik wil immers niet van welke dappere en aanzienlijke man dan ook zelfs niet met de kleinste dwaling verbinden met de grootste lof.
Als ik dit wilde doen, werden veel zeer hoge en zeer dappere mannen door mij openlijk vermeld van wie deels een zeer grote losbandigheid in hun jeugd, deels een onmatige zucht naar weelde, de grootte van de vreemde schuld, de kosten, de wellustige uitspattingen benoemd zouden worden, dingen die nadat ze later bedekt zijn met vele deugden voor wie dat maar zou willen verdedigd konden worden met het excuus van de jeugd.