Hoofdstuk 6, tekst C: Aeneas, vertel!
Categorie: Boek > Vivat Roma > Boek 1
Na het feestmaal draagt de citerspeler liederen voor de feestgangers voor.
Allen luisteren aandachtig.
De gouden lampen verjagen de nacht met hun licht.
De ongelukkige Dido drinkt een nieuwe liefde in en rekt het gesprek.
Ze vraagt veel over Priamus, (en) veel over Hector.
Tenslotte zegt ze:
'Wel aan, gast, vertel ons over de hinderlaag van de Grieken,
(en over) de lotgevallen en de zwerftochten van de Trojanen.'
Allen zwijgen en houden hun ogen gespannen / kijken gespannen toe.
Vervolgens begint vader Aeneas als volgt:
'Koningin, u beveelt mij onuitsprekelijk verdriet voor mij en
(voor) de Trojanen te hernieuwen.
En reeds gaat de nacht voorbij en raden de sterren slaap aan!
Waarom wenst u onze lotgevallen te leren kennen?
Ik kan (ze) nauwelijks vertellen. Maar toch ... zal ik beginnen.'