Hoofdstuk 20, tekst C: Taaloefening C
1. het geschreven woord (nom)
2. de overwonnen vijanden (acc)
3. het gebluste vuur (nom)
4. de schrijvende jongens (abl/dat)
5. de gestuurde mannen (nom) / de gestuurde man (gen)
6. de gevonden brieven (nom) / de gevonden brief (dat/gen)
7. de overwonnen koning (dat)
8. de overwinnende aanvoerder (dat)
9. het gegoten water (nom/abl)
10. de vernietigde stad (gen)