Hoofdstuk 16, tekstblok (versie 2)
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 2
Vergilius vertelt dat Dido, nadat ze door Aeneas was verlaten, zelfmoord heeft gepleegd,
maar dat Aeneas met zijn schepen naar Italië is gekomen.
Daar daalde hij met de zieneres Sybilla naar de onderwereld af
en vroeg zijn vader in de gelukkige woonplaatsen naar het lot van zijn volk.
Deze nam zijn zoon, nadat hij met de grootste vreugde was begroet, met zich mee, en zei:
"Nu zal ik jou die zielen tonen
die een god op zijn tijd naar het licht zal roepen, en jou zal ik informeren over je lot.
Jij zult die koningen zien, die over Alba Longa zullen regeren, die burchten op bergen zullen plaatsen, Nomentus, Gabius en de stad Fidena.
Zo zullen die genoemd worden; nu zijn het plaatsen zonder naam.
Reeds zal ik jou alles onthullen, jij zult echter luisteren en versteld staan
- maar kijk: daar komt die Romulus aan, die Rome zal stichten en zal vernoemen naar zijn naam,
die de stad met muren zal omringen,
die de eerste van de Romeinse koningen zal zijn.
En hier is die Augustus, die de Egyptenaren zal overwinnen en de grenzen van het rijk zal uitbreiden en die met de grootste vreugde van de volkeren vrede zal geven aan de hele wereld.
Wil jij Tarquinius, de trotse koning zien, en Brutus, die Tarquinius uit de stad zal verdrijven en de eerste consul in een vrije staat zal zijn?
Wil je die Scipio zien, die over Hannibal een triomftocht zal houden,
En wil je die grote Cato en de overige beroemde consuls en koningen zien?
Jij immers, Aeneas, zal de stamvader zijn van een nieuw volk,
en aan dat volk, het volk van de Romeinen, zullen de overige volkeren gehoorzamen.
De bevelen van de Romeinen zullen rechtvaardig zijn en zullen vrede en wetten aan de volkeren geven.
Zij zullen de overwonnenen sparen, maar de hoogmoedigen bedwingen."