Hoofdstuk 17, tekst B: taaloefeningen B en D
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1 nieuwe druk
B.
1. Nadat zij stierven, huilden wij.
2. Ik bleef, totdat jullie naar de poort kwamen.
3. Hij ging weg, omdat ik naar het huis was gekomen.
4. Toen hij was om was gekomen, waren wij bedroefd.
5. Jij komt, terwijl ik ga.
6. Hij was zo ongelukkig, (zo)dat hij niet naar de stad kwam.
7. Wij vreesden, om te sterven.
8. Hij heeft gevochten, om niet ten onder te gaan.

D.
1. In de nacht ging de schim van Tiberius naar de broer en zei hem: 'Wil niet slapen! Ik kwam om, nu is jouw lot het volk te beschermen!'
2. Gaius vroeg hulp aan de bondgenoten en bezette de Aventijn met hen.
3. De consul aarzelde niet, maar ging met hun meteen naar de berg.
4. Hoewel veel van hen waren gestorven, meende Gaius toch dat hij kon vluchten.
5. Toen de soldaten hem vast probeerden te pakken, beval Gaius zijn slaaf hem te doden.
6. Een zekere Romein verschafte veel geld aan Gaius om het volk niet te helpen.
7. Zij zeggen Gracchus dat hij moet zweren te vechten en sterven ter verdediging van het volk.