Hoofdstuk 27, tekst B: Taaloefening C
1. Leve de koningin
2. Niets is gezegd, wat niet eerder gezegd is
3. Laten wij deze man, die alles verloren is, geld geven
4. Och, moge vader ontroert worden door onze tranen
5. Moge mijn kinderen en vrouw gezond zijn
6. Moge voor jou de aarde licht zijn
7. Wij laten vrienden naar moeder sturen, opdat zij de overwinning van haar zoon moeten berichten.
8. De burgers hebben onderbevelhebbers gezonden, die van de koning om vrede moesten vragen
9. Laten er geen barbaren komen, die onze huizen verwoesten
10. Och moge jullie huis altijd gelukkig zijn (deze klopt echt, maar klinkt heel raar)