Hoofdstuk 10, tekst 5: Over Prometheus en Epimetheus
Categorie: Boek > Gephyra > 3e Jaar
Iapetos en Klumene hadden vier kinderen; van wie Atlas de sterkste was (dus beval Zeus hem het hemelgewelf te dragen), Menoitios de goddelooste was (daarom bliksemde Zeus hem dood en wierp hem naar de hel (Tartaros)), Prometheus de slimste en Epimetheus de dwaastste. Toen Prometheus ooit Zeus in hoogsteigen persoon had bedrogen en de mensen geleerd had hetzelfde te doen, beroofde Zeus hen van het vuur. Omdat de mensen geen vuur hadden zaten ze diep in de put. Dus al Prometheus heimelijk een beetje vuur van bij de goden en verborg het in een holle rietstengel en bracht het naar de Aarde. De mensen ontvingen het geschenk graag hoewel ze wisten dat Prometheus de het van bij de goden had gestolen. De goden straften hen op volgende manier. Ze bevalen Hephaistos een beeldschone vrouw te maken en allen versierden haar met hun eigen geschenken en noemden haar Pandora. Ze zonder haar naar Epimetheus met een kostbare kruik bij zich waarin ze alle kwaad en de dood hadden opgesloten. Omdat Epimetheus dwaas was ontving hij haar met plezier en huwde haar ook al had zijn broer hem dikwijls gewaarschuwd om nooit ook maar een geschenk van de Olympische Zeus te ontvangen. De vrouw opende de kruik en dadelijk vulden het kwade en de dood de Aarde.
Na de mensheid kreeg ook Prometheus zijn straf:
Zeus strafte Prometheus zelf zwaar opvolgende manier. Hij beval Hephaistos immers Prometheus naar het Kaukasusgeberte te brengen en hem daar met ijzeren boeien aan een of andere rots vast te binden. Dus bracht Hephaistos hem daarheen en bond hem vast. Zeus zond ook een arend op hem af en beval hem elke dag de lever of van Prometheus uit te pikken. De lever die elke dag uitgepikt werd groeide 's nachts altijd opnieuw aan. Na duizenden jaren schoot Herakles de arend met de boog neer en bevrijdde Prometheus met de toelating van Zeus.