Hoofdstuk 30, tekst A: De christenen gestraft
Categorie: Boek > Disco > Boek 2
Nero kwam het dakloze en verschrikte volk te hulp door het oprichten van noodgebouwen en door het verminderen van de prijs van het koren. Deze daad verminderde toch de woede tegen hem niet. Het gerucht ging immers dat hij, terwijl Rome brandde, gezongen had over de verwoesting van Troje. Velen geloofden bovendien dat de brand op bevel van Nero was begonnen, omdat hij ernaar verlangde een nieuwe stad te bouwen, die hij naar zijn naam, Neropolis wilde noemen.
Door Rome in brand te steken verkreeg hij ruimte om deze stad te bouwen.
Dus om het praatje de kop in te drukken beschuldigde hij de christenen, die allen gehaat waren, omdat ze de stad zouden hebben aangestoken. Eerst zijn zij gegrepen, die bekenden dat ze christen waren, vervolgens hebben zij veel anderen verraden. Dus werd een enorme menigte gedood: sommigen zijn verscheurd door honden, anderen werden aan het kruis genageld, weer anderen werden levend verbrand. Nero hoopte dat hij door de christenen te beschuldigen en te doden, de geest van het volk voor zich zou winnen. Velen namen het hem toch kwalijk, dat er wegens zijn woestheid zoveel mensen zijn omgekomen.