Hoofdstuk 7, tekst A - taaloefening
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
A:
1. Het type bijvoeglijk naamwoord dat in de nominativus enkelvoud mannelijk / vrouwelijk eindigt op -is en onzijdig op -e .
2. Romani fortes
bellum crudele

B:
1. De Romeinen hebben dappere meisjes.
2. Na de wrede woorden zijn de Romeinse soldaten droevig.
3. De onsterfelijke goden hebben de Romeinen altijd beschermd.
4. De oorlog maakt de mensen erg droevig.
5. Na de dood is Romulus onsterfelijk en hij zit tussen onsterfelijke goden.
6. De Romeinse aanvoerder vreest zo'n oorlog, zo'n nederlaag, zo'n gevaar.

C:
milites fortes - de dappere soldaten
vitam tristem - een droevig leven
verba crudelia - de wrede woorden
clades tristis - een droevige nederlaag
regnum crudele - een wrede heerschappij

D:
1. feminae fortes (nom.) - de dappere vrouwen
2. militem malum (acc.) - de slechte soldaten
3. verba talia (nom./acc.) - zulke woorden
4. bellum crudele (nom./acc.) - een wrede oorlog