Inachus treurt Met. 1.583-7 (pag. 27)
Inachus is als enige afwezig en verscholen in het diepst van zijn grot vermeerdert hij met zijn tranen zijn (het) water en treurt hij diep ongelukkig om zijn dochter Io, als om een verlorene. Hij weet niet of zij [nog] van het leven geniet of in de onderwereld is, maar hij denkt dat zij die hij niet ergens vindt, [ook] nergens is (dood is) en in zijn hart vreest hij [nog] ergere dingen.