Hoofdstuk 5, tekst B - taaloefening
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
A:
locus (mannelijk nominativus) altus - de hoge plaats
dea (vrouwelijk nominativus) irata - de boze godin
amicum (mannelijk accusativus) vestrum - jullie vriend
causam (vrouwelijk accusativus) veram - de ware oorzaak
B:
1. Faustalus zegt: Je moeder is veilig.
2. De broers nemen een dapper besluit.
3. Romulus en Remus zijn blij. Ze vinden de moeder.
4. De wrede man houdt niet meer van haar.
5. Romulus zijn moeder groet verdrietig. Het is romulus groet zijn verdrietige moeder