Hoofdstuk 11: Livius, tekst 1
Categorie: Boek > Lego
Horatius een held?
Horatius doodt zijn zus

Als eerst ging horatius, een driedubbele buit voor zich uitdragend; hem kwam zijn maagdelijke zuster (zuster die nog maagd was), (en) die verloofd was geweest met een van de Curatii, tegemoet voor de Capena poort; en, nadat, ze de mantel van haar verloofde over de schouders van haar broer had herkend (nadat de mantel was herkend), die ze zelf ahd gemaakt, maakt ze haar haren los en roept haar gestorven verloofde wenen bij zijn naam. Het geklaag van zijn zuster, bij zijn eigen overwinning en een zo grote publieke vreugde, beweegt bij de woeste jongeman het hart. Dus doorboort hij haar tegelijkertijd met de woord toegesnauwd: "Ga weg hiervandaan, met je ongepaste liefde naar je verloofde," zei hij, " jij, die vergeten bent je gestorven broers en je levende (broer), vergeten bent je vaderland. Moge zo omkomen, elke Romeinse vrouw die ook maar zal rouwen om een vijand." Deze daad scheen de senatoren en het volk gruwelijk (toe), maar de recente verdienste stond tegenover de daad. Toch is hij voor de rechtbank naar de koning gesleept.

[b] Het bewogen pleidooi van de vader[/b]

De mensen zijn bewogen tijdens dat proces, vooral toen zijn vader, P. Horatius, opelijk verkondigde dat ihj oordeelde dat zijn dochter terecht gedood was; da hij, als dat niet zo was, zijn zoon met het vaderlijk recht zou hebben gestraft. Hij smeekte vervolgens, dat ze hem, die ze zo-even met een voortreffelijk kroost hadden gezien, niet beroofd van (zijn) kinderen zouden maken. Nadat de oude man tussen deze (woorden) de jongeman had omhelst, zei hij, terwijl hij de buit van de Curatii toonde, die vastgemaakt was op die plek die nu de 'Speren van Horatius' wprdt genoemd: " Kunnen jullie deze hier, die jullie onlangs versierd en juichend over de overwinning hebben zien voortschrijden, burgers, (kunnen jullie) hem geboeid onder halsblok, onder zweepslagen en folteringen zien? Een zo afschuwelijk schouwspel, dat de ogen van de Albanen het nauwelijks konden verdragen.
Ga, Lictor, bind zijn handen samen, die even eerder gewapend de macht voor het Romeinse volk hebben voortgebracht. GA, omhul het hoofd van de bevrijder van deze stad; bind hem vast aan een onvruchtbare boom; gesel hem, hetzij binnen de stadsgrens, tussen die speren en de buit van de vijanden, hetzij buiten de stadsgrens, tussen de graven van de Curatii. Waarheen kunnen jullie deze jongeman immers voeren, waar zijn eigen roemrijke daden hem niet beschermen tegen een zo grote schande van de straf?"
Het volk verdroeg noch de tranen van de vader, noch in elk gevaar de even grote moed van hemzelf [Horatius de zoon], en ze spraken hem vrij; meer uit bewondering van zijn moed dan volgens het recht van het proces.