Hoofdstuk 19, tekst B (DH): Horatius en zijn zuster
Categorie: Boek > Roma > Boek 2
1Eerste alinea: actieve vormen (met uitzondering van r. 6); tweede alinea: passieve vormen.

Let op: In r. 1-9 kunnen ook alle werkwoordsvormen, die in de tegenwoordige tijd staan (praesens historicum), in de verleden tijd vertaald worden.


Juichend naderen de Romeinen de poort van de stad.
Als eerste gaat Horatius een driedubbele wapenbuit dragend / terwijl hij ... draagt.
Voor de poort wacht Horatia, die verloofd was met één van de Curiatii, hem op.
Ach, over de schouders van haar broer herkent ze de kleding van haar verloofde, die ze zelf
gemaakt had.
5Ze maakt haar haren los en roept huilend de naam van haar verloofde uit.
Het hart van haar woeste broer wordt bewogen door de tranen van zijn zuster.
In woede ontstoken trekt de jongeman zijn zwaard en doorboort het meisje, zeggend:
‘Ga heen naar je verloofde, jij die je noch bekommert om je gestorven broers, noch om het vaderland.
Zo moge het iedere Romeinse vrouw vergaan die rouwt om een vijand.’

10De Romeinen, die door deze misdaad zeer bewogen waren, twijfelden. Wat moesten ze doen?
Horatius, die even te voren door allen geprezen was, is voor het gerecht gesleept.
Tijdens het proces verdedigde de vader van Horatius de zaak van zijn zoon.
Hij was van mening dat zijn dochter terecht gedood was. Huilend zei de oude man:
‘Twee zonen van mij zijn al door de vijanden gedood. Ook mijn dochter is gestorven.
15Wil(t) niet, Romeinen, mij van al mijn kinderen beroven (= beroof mij niet). Spaar mijn laatste zoon!’ Het volk, dat zeer bewogen was door de woorden van de vader, verdroeg de tranen van de vader niet. Dus is/werd Horatius vrijgesproken.


2a Vestem.
bPlusquamperfectum
3Fratris ferocis: gen. ev; sororis lacrimis: gen. ev, abl. mv.
4Abl. ev.
5Pater.
6De laatste Horatius; degene die terecht staat.
8Als een teken van rouw.
9a Sterf!
b Dat ze huilt om haar verloofde in plaats van om haar gestorven broers;
dat ze niet blij is dat de Romeinen gewonnen hebben.
c Dat andere vrouwen in de toekomst niet op de eerste plaats aan hun eigen gevoelens denken,
maar familie en vaderland op de eerste plaats laten komen.
d Liefde voor het vaderland en de familie.
e (Eigen verwerking)
10aIn dubio en quid faciant?
bMoeten ze iemand die net het vaderland gered heeft, nu voor het gerecht slepen?
c(Eigen verwerking)
11(Eigen verwerking)
12aZijn zonen zijn door de vijand gedood, zijn dochter is ‘gestorven’.
bZo verdoezelt hij dat zijn eigen zoon zijn dochter gedood heeft.
13Op het gevoel.
14Zij zouden eigenlijk een zeer onpopulair vonnis moeten uitspreken en Horatius moeten veroordelen.
15(Eigen mening)
16aRechts staat in wapenrusting Horatius; zijn vader staat links van hem en spreekt het volk toe.
Op de trappen ligt Horatia.
b Horatia: zijn was dood. De tekening suggereert dat het proces meteen na haar dood plaats vond.