Hoofdstuk 5, opdr. 8
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 1
T: "Ik wacht al één uur op je."
M: "Nu ben ik hier. Wat gaan we doen?"
T: "Ik ben van plan om naar het forum te gaan."
M: (denkt)
T: "Wat aarzel je? Waar denk je over na?"
M: "Naar het forum gaan vind ik niet leuk. Omdat daar altijd mensen zijn."
T: "Ik vind het leuk om te midden van de mensen te zijn."
M: "Ik kan zoveel geschreeuw niet uithouden."
T: "Maar ongetwijfeld is Amilia daar."
M: "Nu weiger ik niet meer. Ik kom al."