Hoofdstuk 8 Herodotos 5i
Categorie: Boek > Pallas > Druk 1: boek 3
Daardoor uit het veld geslagen was hij een tijdlang sprakeloos. En na met moeite – dat was te begrijpen – eindelijk eens tot zichzelf gekomen te zijn sprak hij, omdat hij Artembares de kamer uit wilde sturen met de bedoeling om de koeherder apart te nemen en aan de tand te voelen: “Artembares, ik zal dat doen dat voldoende is zodat jij en je zoon in geen enkel opzicht ontevreden zullen zijn.” Artembares stuurt hij dus weg, maar Kyros brachten de dienaren naar binnen op bevel van Astyages. Toen de koeherder geheel alleen achtergebleven was, vroeg Astyages hem het volgende, namelijk waar hij de jongen vandaan had gehaald en wie diegene was die hem had overhandigd. Deze zei dat hij uit hemzelf geboren was en dat de vrouw die hem gebaard had nog bij hemzelf was. Astyages zei dat hij er niet verstandig aan deed te verlangen in zware folteringen te geraken, en tegelijk hij dat zei, gaf hij een teken aan zijn lijfwachten hem vast te pakken. Deze maakte, toen hij werd meegenomen om gefolterd te worden, toen pas de ware toedracht bekend. En beginnend bij het begin vertelde hij alles uitvoerig met gebruikmaking van de waarheid en eindigde met smeekbeden en met het verzoek dat hij hem zou vergeven.