Hoofdstuk 8 Herodotos 5g
En toen dus het kind 10 jaar, overkwam hem een gebeurtenis van de volgende aard, die hem ontmaskerde. Hij was aan het spelen in dat dorp waarin ook die runderkudden waren, en hij was op straat aan het spelen met andere leeftijdgenootjes. En spelend kozen de kinderen ervoor dat koning van henzelf was hij dus die de zoon van de koeherder genoemd werd. Deze wees sommigen van hen aan om huizen te bouwen, andere om lijfwachten te zijn, weer een ander van hen denk ik om het oog van de koning te zijn, en aan weer een ander gaf hij de eretaak om de berichten binnen te brengen, aan ieder apart een taak toewijzend. Één dus van die kinderen, die meespeel en een kind van Artembares was, een aanzienlijk man onder de Mediërs – het was namelijk kennelijk zo dat deze niet gedaan had wat hem opgedragen was door Kyros – Kyros beval de andere kinderen hem vast te grijpen, en toen de kinderen gehoorzaamden, behandelde Kyros de jongen zeer hardhandig door hem met de zweep te geven. Deze jongen, zodra hij losgelaten was, was heel erg boos omdat hij kennelijk vond dat hij een behandeling had gekregen die hemzelf onwaardig was, en teruggekeerd naar de stad beklaagde hij zich luid bij zijn vader over de behandeling die hij door Kyros had gekregen, en daarbij zei hij niet ‘door Kyros’ – want dat was nog niet zijn naam – maar ‘door de zoon van de koeherder van Astyages’. Artembares ging onmiddellijk in woede naar Astyages en terwijl hij zijn zoon met zich meenam zei hij een schandalige behandeling ondergaan te hebben, met de woorden: “Koning, door uw slaaf, de zoon van de koeherder, zijn wij zo mishandeld”, waarbij hij wees op de schouders van de jongen.