Hoofdstuk 17, tekst A: taaloefening
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
A
1. Ik verhinder
prohiberem
2. Hij verliest
perderet
3. Jullie bewaken
custodiretis
4. Wij wreken
vindicaremus
5. Jij houdt op
desineres
6. Zij voelen
sentirent
7. Hij brengt mee
afferret
8. Jij verdraagt
tolerares
9. Ik koop
emerem
10. Wij passen op voor
caveremus
B
1. opdat, zodat hij bekeek
2. zoals, zodra hij bekeek
3. jij had gemaakt
4. opdat, zodat ik maakte
5. opdat, zodat hij verbood
6. wij begrepen
7. opdat, zodat wij begrepen
8. hij beweegt
9. opdat, zodat hij bewoog
10. zoals, zodra hij bewoog
C
1. Hij kwam om mij te gronde te richten.
2. Zodra hij de sporen vond riep hij het uit.
3. Ik vertelde aan jou alles zodat jij mij vergaf.
4. Ik doe zoals jij wilt.
5. Ik was zo verschrikt dat ik trilde.
D
1. De Romeinen verloren zoveel soldaten, dat de aanvoerder uit schreeuwde: o Jupiter, kom naar ons.
2. Pyrrhus bereikte Italiƫ, om de Romeinen te overwinnen.
3. Zo'n overwinning van de Romeinen was, zodat de vijanden later weer hun wapens pakten.
4. Wij kwamen naar Rome, om de consul te begroeten
5. De paarden waren zo verschrikt, dat zij de stem van de ruiters niet hoorden.
6. Zodra de soldaten hadden gehoord over het besluit van de aanvoerder renden zij naar de slag (???) van de vijanden.
7. Pyrrhus bracht zoveel overvloed met zich, zodat de Romeinen in het begin van de oorlog erg verschrikt waren.
8. De man was zo sterk, dat de drie soldaten hem niet konden vastpakken.