Hoofdstuk 14, tekst C
Een zekere slavin kwam naar politiecommissaris Q. Fabius Maximus en zei dat ze de oorzaak van de algemene ziekte wist en dat wilde verraden. Fabius legde meteen de zaak voor aan de consuls, en de consuls aan de senaat. Vervolgens zei de slavin dat sommige vrouwen gifdranken voorbereidden en zo de staat te gronde wilden richten. Zij voegde eraan toe dat ze bereid was de senatoren en de consuls naar die vrouwen te leiden, en zij verzekerde dat zij de vrouwen op heterdaad konden betrappen. Weldra vonden de senatoren en de consuls sommige vrouwen die kruiden aan het bereiden waren. Bijna twintig vrouwen zijn met gifdranken naar het forum gebracht. Toen twee van hen, Cornelia en Sergia, zeiden dat de dranken gezond waren, beval de slavin hen deze dranken te drinken. In verwarring gebracht door de woorden van de slavin, legden ze de zaak voor aan de overige vrouwen. En alle vrouwen zeiden dat ze bereid waren hun eigen drankjes te drinken. Nadat de vrouwen de dranken hadden gedronken, zijn zij allen gestorven door hun eigen gif. Sommige schrijvers leveren over dat de consuls ook andere vrouwen gevangen hebben en bijna 170 vrouwen hebben veroordeeld.