Hoofdstuk 29, tekst B: De dood van Agrippina
Categorie: Boek > Disco > Boek 2
Uiteindelijk vroeg Seneca aan Burrus of de moordaanslag aan de soldaten moest worden opgedragen. Hij [relatieve aansluiting] antwoordde dat hij nooit een dochter van Germanicus zou doden; dat de moord door Anicetus ten uitvoer gebracht moest worden. Anicetus vertrok haastig naar het landgoed om de misdaad te plegen. Terstond omgaf hij het landgoed met gewapenden en nadat de deur was opengebroken duwde hij hem tegemoet komende slaven uit de weg totdat hij bij de slaapkamer kwam. Hier stonden nog maar enkele slaven omdat de overigen al gevlucht waren. In de slaapkamer was maar weinig licht en verder maar een van de slavinnen van Agrippina. Zij [relatieve aansluiting] had al begrepen dat de vlucht en de noodkreten van de slaven tekenen waren van het ergste onheil. Toen ook de slavin nog wegging zei Agrippina tot haar: “Ook jij laat me in de steek”. Toen keek ze om en op het zien van Anicetus zei ze : Als je gekomen bent om me een bezoek te brengen, bericht mijn zoon dan dat het mij goed gaat; maar als jij een misdaad moet voltrekken, geloof ik niet dat mijn eigen zoon een moedermoord heeft opgedragen”. Soldaten stonden rondom het bed en als eerste trof Anicetus met een knuppel haar hoofd. Terwijl de centurio zijn zwaard trok, schreeuwde Agrippina, terwijl ze hem haar buik aanbood: “Tref mijn moederschoot maar!” en met vele wonden is ze afgemaakt.