Hoofdstuk 16, tekst B: taaloefeningen
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
1. "Jullie moeten altijd de hoop van een onsterfelijke naam hebben, de hoop van roem, zei de aanvoerder van het leger. Maar de hoop van de aanvoerder zelf was klein.
2. jullie vertellen niets nieuws.
3. De burgers zwijgden een lange tijd, omdat er een grote angst voor een hinderlaag was.
4. ouders hebben vaak een grote liefde voor de zonen en dochters.
5. hoewel hij Hannibal vreesde, liet hij Hannibal de angst niet zien.
6. veel mensen hebben angst voor de dood.
7. de liefde van jullie ouders is groot.
8. de dood is het einde van het leven.
9. ze zeggen dat de angst voor de Galliƫrs bij de romeinen groot is geweest.