Loukios of de Ezel - par. 15
En ik was wat betreft de andere dingen een ezel, maar qua verstand en geest was ik deze man Loukios, zonder stem. Terwijl ik Palaistra in mezelf veel verwijten maakte over de vergissing en mijn lip uitrekte ging ik daarheen, waar ik wist dat mijn eigen paard en de werkelijke ezel van Hipparchos stonden. Maar toen zijn bemerkten dat ik naar binnen kwam, waren zij bang dat ik naar binnen was gekomen als deelgenoot van het hooi, en zij legden de oren naar achteren en waren bereid met de hoeven de buik te verdedigen: en ik begreep het en ging ergens verder weg verwijderd van de ruif staan lachen, maar mijn gelach was gebalk. En deze dingen bedacht ik in mezelf: O. die nieuwsgierigheid! [...] En wat, als er een wolf binnenkwam, of een ander beest? Er dreigt gevaar voor mij, die niets verkeerds heeft gedaan. Toen ik deze dingen overdacht kende ik niet de toekomstige ellende.