Hoofdstuk 11, tekst D: De heldenmoed van Mucius
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
Mucius voegde toe: Maar ik ben niet de enige die zulke gevoelens koester: achter mij staat een lange rij Romeinse jonge mannen van zulke moed. bereid je daarom voor op oorlog, wij de Romeinse jonge mannen verklaren aan jou de oorlog!" De koning beval Mucius tegelijkertijd verschrikt en boos een hinderlaag van de Romeinen te verraden, en hij riep dreigens uit: "slaven, steek het vuur aan!" Mucius zei: "kijkt u maar, wij Romeienen achten ons lichaam niets waard.
wij zien geen gevaar, maar slechts grote roem." ondertussen had hij zijn rechterhand in het vuur gestoken. Vervolgens laat hij haar verbranden alsof hij niets voelde.
dan sprong de koning naar voren en zegt: "jij benadeelde jezelf meer dan mij. ik laat je ongedeerd gaan".
Mucius antwoordde: "ik beloon je weldaad.
maar ik waarschuw je, wees op je hoede.
driehonderd Romeinse jonge mannen zijn bereid op zo'n aanval." de koning was erg geschokt.
daarom heeft hij korte tijd later vrede met de Romeinen gesloten.
Mucius kreeg de bijnaam de linkshandige, omdat hij zijn rechterhand had verloren.