Hoofdstuk 7, grammatica
7A
1. mellete - mello (r.6)
parechein - parecho (r.6)
ethelomen - ethelo (r.9)
bainein - baino (r.10)
mellomen - mello (r.10)
menomen - meno (r.11)
orrodoumen - orrodeo (r.11)
2. orrodoumen (r.11)
zetein (r.16
3. (r.3) dan, nu (verdergaan)
(r.10) dus (conclusie)
4. 'want', het verklaart waarom de kinderen niet willen (namelijk dat ze bang zijn)
5. 'maar', er wordt iets ontkend
7B
1. ta tekna - meervoud, noei - enkevoud (r.16,17)
2. predicatief gebruikt