De catilinae coniuratione, hoofdstuk 28
Categorie: Boek > Ascensus > 4e Jaar
omdat de overigen hevig verschrikt waren en beloofd hebbend twijfelden, besloten Cornelius, een Romeinse ridder, zijn hulp en samen met hem de senator Vargunteius op die nacht een beetje later met gewapende mannen binnen te gaan bij Cicero en hem een ochtendgroet brachten en onverwacht in zijn eigen huis onvoorbereid te doorsteken. Toen Curius,zodra hij begrijpt wat een groot gevaar de consul bedreigt meldt hij haastig via Fulvia aan Cicero de list die werd voorbereid . Bijgevolg hadden zij door de deur tevergeefs zo'n grote misdaad ondernomen. Ondertussen hitste Manlius in Etruriƫ het plebs op, dat door armoede en tegelijk omwille van het onrecht naar vernieuwingen verlangde, omdat het door de heerschappij van Sulla hun akkers en al hun goederen had verloren . Bovendien rovers van elk soort vandewelke er in die streek een grote voorraad was, ook vrij velen van de kolonisten van Sulla voor dewelke begeerte en de overdaad uit vele rooftochten niets van het overige had gemaakt.