Hoofdstuk 30, tekst B: De dood van Nero
Categorie: Boek > Disco > Boek 2
Daar ging hij liggen, in het dichtstbij gelegen kamertje op een eenvoudig bed. Daarna beval hij dat er een kuil zo groot als hijzelf was, gemaakt werd voor hem, terwijl hij weende en steeds weer zei: 'Wat voor een kunstenaar gaat er in mij verloren!''. Intussen greep hij de brief gebracht aan Phaon en las dat hij tot vijand was verklaard door de senaat en dat hij gezocht werd om volgens de gewoonte van de voorouders gestraft te worden; en vroeg wat voor straf dit was. Toen hij had vernomen dat het lichaam van een naakte man werd afgeranseld met takken tot de dood erop volgde, probeerde hij verschrikt zichzelf te doden door een dolk naar de keel te brengen. Maar legde hem weer neer, zeggend: 'Dit is nog niet de tijd voor Nero om zijn leven te beëindigen'. Nu eens spoorde hij zijn vrijgelatenen aan luid te jammeren, dan weer smeekte hij dat iemand hem zou helpen door het geven van een voorbeeld door te sterven. Reeds naderden de ruiters om hem levend naar Rome te slepen. Zodra hij dat merkte doodde Nero zichzelf terwijl een vrijgelatene hem hielp. Half dood heeft hij de centurio, die binnenviel en deed alsof hij te hulp was gekomen, slechts geantwoord: 'Te laat' en 'Dit is pas trouw'.