Hoofdstuk 5, oefening 61
1. aan/voor de wijze godin
2. van de korte tafels
3. - aan/voor de onschuldige kinderen
- vanaf/door de onschuldige kinderen
4. vanaf/door de mooie gedaante
5. van de zwaar vallende spijzen
6. uit de diepe zee
7. langs het oude schip
8. de harde botten o. + l.v.
9. aan/voor het snelle paard
- door het snelle paard
10. over elke akker