Hoofdstuk 18, tekst C - taaloefening D
1. Odysseus, jij was vaak moedig in het huis van Kirke.
2. Want niemand van de mensen gaat weg uit dit huis van de slechte godin als mens.
3. Niet alleen met de kruiden van de god , maar ook met jouw list heb jij Kirke overwonnen, Odysseus.
4. De beesten rondom het huis waren vroeger mensen.
5. Kirke verlangde samen met Odysseus te slapen: want zij had voor hem een slechte list beraamd.