Hoofdstuk 25, tekst B: De dood van Cicero
Categorie: Boek > Disco > Boek 1
Hij probeerde vaak uit te varen, maar nu eens bracht tegenwind het schip terug naar de kust, dan weer kon hijzelf de schommeling van het schip niet verdragen. Eindeljk heeft een afkeer van de vlucht hem ingenomen. Hij zei: 'Ik ben ongelukkig! Zonder tegenwind zou ik ontkomen. Wat moet ik doen? Wat blijft er voor mij over? Ik moet niet vluchten, maar terugkeren naar mijn dorp. Laat ik sterven in mijn vaderland, wat ik vaak heb gered.' Terwijl slaven hem op een draagbaar terugbrachten, namen de soldaten van Antonius hem vast. De slaven wilden vechten, maar Cicero beval hen de draagbaar neer te zetten en het lot met rustige geest te dragen. Toen heeft hij de soldaten onbeweeglijk zijn nek aangeboden en is zijn hoofd afgehakt. Dit was niet genoeg voor de wreedheid van de soldaten; ze hakten ook zijn handen af. Het hoofd is naar Antonius gebracht, die beval het tussen de twee handen op het spreekgestoelte te plaatsen, waar Cicero datzelfde jaar Antonius met de grootste welsprekendheid had veroordeeld. Wie zou niet huiveren, wie zou niet huilen waneer het hoofd van deze man op deze manier werd getoond?