Hoofdstuk 26, tekst B - taaloefening
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 2
A
1. fecissem / ik wilde weten, wat hij had gedaan
2. deerat / moed ontbrak jou niet
3. vocarent / ik begreep niet waarom zij mij riepen
4. esset / jij zei mij waarom hij bedroefd was
5. flebam / de man, waar ik om huilde, was een vriend
6. occiderentur / zij legden de wapens neer, om niet gedood te worden
7. condideratis / waarom verborgen jullie de brief
8. volebam / ik ging naar de haven, omdat ik naar de schepen wilde kijken