Hoofdstuk 2, oefening 41
Categorie: Boek > Fabulae
1. Jupiter wordt heer van hemel en aarde.
2. De god Saturnus vlucht naar Latium, want zijn zoon verdrijft hem van de Olympus.
3. De goden van de Olympus zien de offerdieren van de mannen.
4. De Romeinen vereren de goden van de hemel en de Tartarus.
5. De godin Ceres geeft aan de Romeinen graan.
6. Wie regeert de Tartarus en wie regeert de zee?
7. Als jullie de godin Vesta vereren, beschermt zij jullie huizen.
8. In oorlogen behoeden de goden de Romeinen.
9. Geef(t) dikwijls offerdieren aan de godin van het graan, want zij beschermt de akkers.
10. Vanaf de Olympus komt een adelaar als bode.