Hoofdstuk 22, tekst A: taaloefening C
1. Agamemnon was leider van veel soldaten die de Trojanen probeerden te doden.
2. Toen Odysseus bij de schimmen kwam zag hij de geest van Agamemnon die in Mykene stierf.
3. Agamemnon's geest, die Odysseus meteen herkende, dronk van het bloed.
4. Na veel tijd kwam Agamemnon naar de vrouw die op het punt stond hem van zijn leven te beroven.
5. Kassandra, dochter van Priamos, die samen met Agamemnon te gronde was gericht, was zeer geliefd bij de god Apollo.