Hoofdstuk 2, oefening 39
1. De mannen geven het goede voorbeeld.
2. Vrees(t) de Tartarus!
3. De god hoort de gebeden.
4. De mannen geven graan. / Zij geven het graan van de man.
5. Wie verjaagt hen?
6. Wandel door de akkers!
7. De goden beschermen de aarde. / Zij beschermen het land van de god.
8. Wij zijn de bodes.
9. Zij bewerken de akkers van de man. / De mannen bewerken de akkers.
10. Aanhoor de taal van de Romeinen!