Hoofdstuk 2: thema 1: Audiatur et altera pars: Digesta 9, 5, 52 : p 94
R 1-8a : Een winkelier had ‘s nachts op het voetpad bovenop een steen een lamp geplaatst. Een voorbijganger had de lamp weggenomen. De winkelier ging die voorbijganger achterna en eiste de lamp terug en hield de vluchter tegen. Hij begon de winkelier te slaan met een zweep, die hij in zijn hand had en waarin opzet schuilde, om zich te bevrijden: daaruit ontstond een grotere ruzie en de winkelier had een oog uitgestoken van diegene die de lamp had weggenomen. De winkelier vroeg of het er naaruit zag of hij geen schadevergoeding moest betalen voor de mishandeling, aangzien hij eerder verwond was met de zweep.
R 8b- 12:Ik antwoordde: indien hij met opzet het oog had uitgestoken, dan lijkt het dat hij geen schadevergoeding moet betalen voor de mishandeling, want dan ligt de schuld immers aan de zijde van hem die als eerste geslagen heeft met de zweep; maar als hij niet eerder door hem geslagen was geweest, maar als ze ruzie hadden gemaakt omdat hij zijn lamp wou wegnemen, dan ziet het er naar uit dat het gebeurd was door de schuld van de winkelier.