Hoofdstuk 4 Wondergenezingen P: De heilige ziekte
Het is zo gesteld met de zo geheten heilige ziekte: zij schijnt aan mij niet goddelijker en helemaal niet heiliger dan alle andere ziekten. Maar die goddelijke ziekte heeft een natuurlijke oorzaak, die ook andere ziekten hebben, waardoor het gebeurt dat mensen meenden dat voor haar natuurlijke aard en oorzaak een goddelijke zaak was door gebrek aan ervaring en het vreemde ziektebeeld er van, omdat zij helemaal niet lijkt op andere ziekten; door het onvermogen (5) voor hen om ziekte te kennen blijft het goddelijke karakter voor haar in stand, maar volgens het gemak van de geneeswijze, waarmee ze genezen, verdwijnt het goddelijke karakter, omdat ze haar genezen met reinnigingsoffers en bezweringsformules.
Als de ziekte door het vreemde karakter goddelijk zal worden beschouwd, zullen er veel goddelijke ziekten zijn en niet één, zoals ik zal aantonen dat er andere niet minder wonderbaarlijk noch bovennatuurlijk zijn die niemand meent heilig te zijn. Want enerzijds schijnen de tweedaagse en driedaagse en vierdaagse koortsen mij helemaal niet 10 minder heilig te zijn en door een god te worden veroorzaakt dan die ziekte, waarover ze niet verbaast doen.