Hoofdstuk 10, Tekst C (versie 1)
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
De volgende dag stuurde Lucretia een bode naar haar vader en naar haar man.
Meteen kwamen ze naar haar toe.
Ze troffen Lucretia in haar slaapkamer aan met veel verdriet.
Ze zwijgt lange tijd en slaat haar ogen naar de grond.
Tenslotte vertelt zij, vele tranen vergietend:
'Het was nacht en ik sliep. Plotseling kwam Sextus Tarquinius met getrokken zwaard naar mij toe en drukte mijn borst naar beneden.
"Lucretia" zei hij, "ik ben Sextus Tarquinius
Houd je mond als je je leven lief hebt, want ik houd een zwaard vast"
Ik antwoordde niets, wat moest ik doen? Ik was erg bang, het dreigende gevaar beseffend.
Ik wilde huilen, ik wilde vluchten.
Want er was geen hoop op redding.
Toen bracht hij de liefde voor mij ter sprake en vermengde de smeekbede met bedreigingen. Ik zag het zwaard in de hand.
Toch wees ik hem af, ik toonde geen vrees voor de dood.'