6 2e. Het onweer (160-174)
160 Intussen begint de hemel in verwarring gebracht te worden door een luid gerommel, onmiddellijk volgt een regenwolk/stortbui vermengd met hagel, en de Tyrische metgezellen, de Trojaanse jeugd en de Dardanische kleinzoon van Venus zochten uit angst hier en daar verschillende schuilplaatsen over de velden; stromen snellen de bergen af. 165 Dido en de Trojaanse leider komen terecht in dezelfde grot. Zowel Aarde als eerste en Juno, de begeleidster van de bruid, geven een teken; bliksems flitsten en de lucht, getuige bij het huwelijk, en de nimfen slaakten kreten hoog op de top. Die dag was als eerste 170 de oorzaak van haar dood en als eerste de oorzaak van haar ellende; en niet meer laat Dido zich immers leiden door uiterlijke schijn of door haar reputatie en niet langer overweegt zij een heimelijke liefde: ze noemt het een huwelijk, met deze naam verhult ze haar ontrouw.