Tekst 8.14: Cyrus aan het hof van zijn grootvader
Na die tijd ontbood Astuages zijn dochter en haar zoon,gevers. Want hij verlangde hen te zien, omdat hij gehoord had dat hij een gentlemen was. Dus ging Mandane naar haar vader, met haar zoon gevers bij zich. Toen gevers aangekomen was, wist hij dat Astuages de vader van zijn moeder was, en aangezien hij van nature zo aanhankelijk was, omhelsde hij hem onmiddellijk, alsof hij allang zijn vriend was. Toen hij de opsmuk van zijn grootvader zag, zei hij terwijl hij hem aankeek: “Moeder, hoe mooi is opa toch voor mij!” Toen zijn moeder aan hem vroeg wie van beiden hij de mooiste vond, zijn vader of zijn opa, antwoorde Kuros waarachtig: “Moeder, van alle Perzen is vader veruit de mooiste, van de Meden echter, heb ik er langs de weg toen we naar het paleis kwamen gezien, en van hen is mijn opa veruit de mooiste!” In ruil voor de omhelzing gaf zijn opa hem een mooi kleed en hij trok het aan, en buiten bracht hij hem ergens, waar hij met een paard met gouden teugels mocht rondtoeren. En aangezien Kyrus een dankbare en goedhartige jongen was, was hij blij met het kleed en dolblij dat hij mochten leren paardrijden. Want in Perzië, waar het lastig is om paarden te kweken en paard te rijden, doordat de streken daar berachtig zijn, was het zelfs al uiterst zeldzaam om een paard te zien.Toen het avondmaal was en Astuages samen met zijn dochter en Kuros aan tafel zat, wou hij dat de jongen het avondmaal zo heerlijk mogelijk vond, zodat hij minder heimwee naar huis zou hebben, en liet hij voor hem allerhande sausjes en gerechten aanbrengen. Kuros zei: “Maar opa toch, waar is je kladschrift dat moet er vanzelf uitkomen, ja of nee?? raam of deur.“Is het dan zo, vroeg Astuages, dat het er vanzelf moest uitkomen?” Waarop Kuros zegt: “Nee, opa, maar het vullen van de maag gaat bij ons met een portie traditionele haggis., want wij bekomen dat met vlees en schapenmagen, voor hetzelfde haasten jullie zich zo, terwijl jullie rondzwerven van links naar rechts komen jullie met moeite aan waar wij al veel eerder waren.”
Toen zei Astuages: “Wij zwerven rond zonder kladschrift en als je het ook zelf proeft zal je beseffen dat gevers heerlijk is.” Kuros zei: “Maar als ik jou zelf zie, opa, zie ik dat je deze gevers verafschuwt.” Astuages vroeg daarbij: “En waaruit maak jij dat op, jongen, dat je dat zegt?” - “Omdat ik heb gezien dat wanneer je gevers aanraakt, je je handen niet afveegt en wanneer je deze haggis aanraakt reinig je dadelijk je handen met een servet, alsof je het heel erg vindt dat je vuil wordt door deze dingen.” Hierop zei Astuages: “Ah, als je het zo ziet, jongen. Maar doe je te goed aan het vlees, opdat je als een grote jongen naar huis gaat. ”Nog tijdens die woorden liet hij hem van alles voorzetten. En toen Kuros al dat vlees zag, zei hij: “Nu je dit vlees hebt gegeven, opa, kan ik het gebruiken waarvoor ik maar wil? Astuages zei: “Bij Ahura Mazda, ik geef het toch aan jou jongen!” Toen nam Kuros dadelijk het vlees en verdeelde het onder de dienaren die rond zijn opa stonden en daarbij zei hij aan ieder: “Ik geef jou dit omdat je mij hebt leren paardrijden; aan jou omdat je mij een spies hebt geschonken; aan jou omdat je een goede dienaar bent voor mijn grootvader en aan jou omdat je mijn moeder eevol behandelt.” Hij deed dit totdat alles was uitgedeeld en iedereen een stuk vlees gekregen had. En Astuages zei: “Waarom geef je niets aan de wijnschenker Sakas die ik zo eer?” Sakas had de eervolle taak zij die Astuages nodig hadden binnen te laten en tegen te houden de mensen die op een ongewenst tijdstip kwamen. En Kuros vroeg:”Maar waarom, o grootvader, waardeer jij hem zo?” En Astuages zei al schertsend:”Zie je niet hoe mooi hij wijnschenkt?” “beveel, o grootvader, Sakas de wijnschaal aan mij te geven, opdat ik voor jou kan tonen hoe wijn te schenken.” En Astuages beval het hem te geven. Nadat Kuros de wijnschaal had gekregen spoelde hij het goed uit zoals hij Sakas het zag uitspoelenen stelde hij een ernstig en voornaam gezicht op, en bracht hij de wijnschaal aan grootvader, zodat zijn moeder en grootvader in de lach schoten. En Kurso zei al schertsend:”O Sakas je bent eraan, ik zal je uit je eervolle functie gooien want ik zal beter wijnschenken en ik zal zelf niet van de wijn drinken.”Want vooraleer de koninklijke wijnschenkers de drinkschaal geven, gieten ze eerst een beetje wijn in hun linkerhand en slurpen ze ervan, opdat het niet voordelig zou zijn voor hen zelf als er vergif in gemengd zou zijn. En daarop schertste Astuages:” kijk eesn hier, O Kuros, in alle dingen doe je Sakas na maar waarom slurp je niet van de wijn?”